Zoals we in het vorige blogbericht al duidelijk
hadden gemaakt, zijn we erg plotseling terug naar Nederland gegaan. De reden
dat we naar Nederland kwamen, namelijk de begrafenis van oma, was natuurlijk
wat minder, maar het voelde erg goed om hierbij te zijn. Daarnaast hebben we
heel veel mensen lastig gevallen met onze reisverhalen, we hebben wat nieuwe
woningen gespot, we hebben ons verbaasd over de kinderen, we hebben ons rot
gelachen om Harm-Jans reactie aan de deur (alsof hij spoken zag), we hebben een
heerlijk weekend gehad met de familie Weijers (dankjulliewel) en we zijn in
deze week vertroeteld door onze ouders :-) Ondanks dit alles werden we
natuurlijk wel meteen in het diepe gegooid in NL en hebben we dus vantevoren
geen goede strakke planning kunnen maken, waardoor we niet met iedereen af
hebben kunnen spreken. We hopen dat jullie hiervoor begrip hebben. Al met al
was het dus erg hectisch, en als we er nu op terugkijken voelt het
onrealistisch aan. Ook de vluchten heen en terug waren niet Je-Van-Het (mede
door krappe beenruimte, een jankend kind, en een Australische douane die maar
vragen blijft stellen terwijl je al te laat bent voor de vervolg-vlucht...),
maar ook dat hebben we overleefd.
We hadden een week om de 3000 km van Darwin naar
het zuiden van Australie te rijden. Doordat we geen zin hadden om in onze
jetlag te verdwijnen en alleen maar te rijden en te luieren, besloten we ook
echt wat van deze week te maken. We hebben de 4 meest toeristische plekken in
Centraal-Australie kunnen bezoeken. Allereerst hebben we een dagje in Alice
Springs rondgelopen, ongelooflijk dat er in dit niets toch nog een soort stad
bestaat. Hier hebben we tijdens een workshop ook even onze kunsten vertoond op
een didgeridoo, HET instrument van Australie. Resultaat: geen aangeboren
talenten.
Vervolgens hebben we Uluru (Ayers Rock) gezien,
het symbool voor Australie. Erg indrukwekkend, op de vele foto's die je hiervan
ziet is de grootte niet te bevatten. We hebben de 10,5 km om de rots gewandeld.
'Vlakbij' had je ook Kata Tjuta (Olga's), minstens zo indrukwekkend als Uluru.
Hier hebben we op dezelfde dag nog een kleine wandeling gedaan. Het culturele
centrum wat zich eveneens in dit park bevond bevatte erg veel interressante
informatie over het leven van de Aboriginals. Deze informatie vertoonde wel
veel overeenkomsten met het centrum in Kakadu National Park, waar we ons toen
helemaal ingelezen hebben. Een aantal foto's met zonsondergang van Uluru mocht
natuurlijk niet ontbreken, maar dit betekende wel dat we in het donker zo'n 100
km terug moesten naar onze 'camping'. Tijdens deze rit werd het opnieuw
duidelijk dat het inderdaad niet verstandig is om hier in het donker te rijden,
we reden bijna een stier van z'n sokken. In eerste instantie vond ik het raar
dat er een kliko-bak langs de kant van de weg stond, tot er ineens een kop
tevoorschijn kwam en ik in de gaten kreeg dat ik tegen het achterwerk van een
stier aankeek. Het enige wat ik kon doen is naar adem happen, we waren al te
laat om hem eventueel te ontwijken. Hij had zijn kop ook niet verder uit moeten
steken of een rare beweging moeten maken....
Tenslotte zijn we ook nog even langs Kings Canyon
'gehopt', waar we opnieuw een mooie tocht hebben gewandeld. De afstanden die je
maakt tussen al deze bezienswaardigheden zijn enorm, dat schat je al snel
verkeerd in. Langs de kant van de weg mochten we nog wel genieten van wat
dromedarissen.
Uluru |
Kata Tjuta |
Centraal Australie is een erg aparte plek om rond
te reizen, en ondanks dat het zo kort en gehaast was, hebben we er wel van
genoten. Op de planning stonden nog wat minder-toeristische plekken, zoals de
MacDonnel ranges, maar vanwege de 12 dagen die we nu misten (vanwege NL) hadden
we daar nu geen tijd voor. We gaan proberen om hier nog een keer terug te komen
om deze plekken op een relaxedte manier te bezoeken.
Zoals gezegd hebben we voor de rest heel veel in
de auto gezetten en hebben we veel kilometers gereden door letterlijk niets,
maar ook dit heeft z'n charme. We hebben nog wel in Cooper Pedy een kerkje
ingehakt in de rotsen bezocht, we hebben mogen genieten van de uitzichten op de
enorme zoutvlaktes en we hebben op een schitterende camping gestaan net buiten
Port Augusta waarvandaan we uitkeken op de haven en de oceaan, schitterend.
Eindeloze wegen |
Ik heb Erik in Port Augusta (300 km ten noorden
van Adelaide) op de bus gezet naar Adelaide, waarvandaan hij naar Perth is
gevlogen. Hier hebben we namelijk een nieuwe auto gekocht, een verhoogde Nissan
Patrol, met een tent op het dak. We zijn verliefd geworden op deze auto toen we
deze in Darwin tegenkwamen, en toevallig vertrok het stel ook weer snel terug
naar Duitsland, maar ze wilden hem pas verkopen wanneer ze in Perth aankwamen.
Er waren een paar problemen die inmiddels (deels) zijn opgelost en Erik is nu
onderweg naar Bourke, waar we voorheen al een paar maanden op een schapenfarm
hebben gewerkt. Dit is een ruime 3400 km die hij af moet leggen. Ik ben met
onze vertrouwde Honda vanaf Port Augusta in 2 dagen naar Bourke gereden (1200
km), waar ik nu alweer lekker aan het werk ben. Het voelt alsof ik niet weg ben
geweest. Het is heerlijk om weer een vast bed en een douche te hebben en het
schapen bijeendrijven ben ik oon nog niet verleerd. Al is het natuurlijk ook
raar dat ik hier nu in m'n eentje ben.
Mochten jullie via via via via nog iemand kennen
die interresse zou kunnen hebben in onze Honda CRV (die nog in erg goede staat
is!), dan horen we dat graag via email of deze blog!
Liefs,
Erik & Sanne