Een week geleden hadden we de veerboot naar Kangaroo Island, we hadden er erg veel zin in en hoge verwachtingen. Wij hebben natuurlijk al behoorlijk wat wildlife gezien in het afgelopen jaar, maar volgens de folders en verhalen schijn je hier echt tussen de kangoeroes, koala's en ander wildlife te kamperen en wandelen, je kan niet om ze heen.
Dit laatste is ons vies tegengevallen, we hebben nauwelijks wildlife gezien terwijl we op de juiste tijden op zoek zijn gegaan. Natuurlijk vindt je dan wel wat walibi's en kangoeroes, maar spectaculair was het niet. De 2 weken ervoor hadden we veel meer beestjes gezien op het vasteland. Erg jammer! Daarnaast waren ze hier op het eiland heel slecht ingespeeld op toeristen. Nauwelijks informatie, geen bordjes waar je heen moest voor de bezienswaardigheden, slechte wegen, weinig gelegenheden om een ijsje of broodje te kopen en ook weinig supermarkten. Gelukkig hebben we het door het een beetje slim te spelen wel wat kunnen besparen op camping- en parkentreekosten.
We hadden 5 dagen op het eiland. Redelijk veel aangezien er verder niet enorm veel te doen is. Maar natuurlijk hebben we er het beste van gemaakt en ons toch goed vermaakt.
We zijn begonnen met het ontdekken van de prachtige stranden aan de noordkant van het eiland. Op 1 van die stranden hebben we ons met de auto gewaagd, en met alles bij de hand hebben we hier heerlijk de middag en avond doorgebracht.
Daarnaast moesten we natuurlijk ook naar Seal Bay, waar je vlakbij wilde zeeleeuwen kan komen die op het strand liggen te rusten, spelen of hun kleintjes aan het voeden zijn. We hebben natuurlijk een aanta prachtige plaatjes kunnen schieten.
Ook Admirals Arch hebben we bezocht, hier konden we Nieuw Zeelandse zeehonden bewonderen, maar dan van wat verder weg.
Little Sahara stond ook op ons programma, en bewapend met onze sandboard hebben we deze zandheuvels een kopje kleiner gemaakt. Tenminste, dat was de bedoeling, maar het bleek lastiger dan gedacht om van die enorme zandheuvels te boarden en het omhoog lopen is best vermoeiend terwijl het zand in je gezicht waait. Toch hebben we een aantal pogingen gewaagd. Ik had het vrij snel opgegeven om helemaal vanaf de top te glijden vanwege een aantal keer hard vallen op mijn stuitje, John vond zittend veel leuker dan staand, maar Erik bleek zijn verborgen talent gevonden te hebben. Toen we het zat waren hebben we zelfs ons board nog kunnen verhuren voor een half uur, weer een ijsje bij elkaar verdient ;-)
In Flinders Chase National Park hebben we ons best gedaan om nog wat wildlife te zien, maar helaas hebben we niet veel gezien. Hier hebben we een aantal mooie wandelingen gemaakt. Ook de Remarkable Rocks hebben we bezocht, dit zijn een aantal rotsen die door winderosie bizarre vormen hebben aangenomen.
In dit National Park kwamen we er via informatieborden achter dat de 'wilde zwijnen' die we 's nachts hoorden de afgelopen 2 weken, en waardoor we ons nog minstens 3 keer omdraaiden voorat we eruitgingen om naar de wc te gaan, mannelijke koala's bleken te zijn. Die knorren zo luid!
Op de kerstavonden hebben we een mooie picknickplek gezocht en hier onze bbq aangestoken. We hebben onszelf heerlijk verwend met kangoeroe-sate'tjes en allerlei ander vlees, een salade en een lekker wijntje. Wat wil een mens nog meer. Al ontbrak verder het kerstgevoel, het blijft gek om met mooi weer kerst te vieren.
De laatste dag hadden we 'over', dus we zijn verkast naar een mooie camping vlak aan het strand met prachtig uitzicht over de zee naar het vasteland. Hier hebben we wat op het strand gelegen en een lekkere rustdag gehad.
Terug op het vasteland zijn we vrij snel weer richting het noorden gegaan.
In MacLaren Vale, een mooi wijngebied vergelijkbaar met de Barossa-valei heeft John gisteren een mooie fietstocht gemaakt. 's Middags zijn we met z'n allen langs verschillende wijnkelders gelopen waar we heerlijke biertjes, ciders en vooral wijn konden proeven!
We zitten op dit moment in een buitenwijk van Adelaide, waar onze auto voor de zoveelste keer wordt gerepareerd. Dit keer hebben we een lek in de benzinetank, maar op een heel ongelukkige plek waardoor we een nieuwe (2e-hands) tank erin moeten zetten. We hebben John op de trein naar Adelaide gezet, waar we hem vanmiddag ophalen nadat we hier klaar zijn. We zullen dan waarschijnlijk richting de Barossa-valei rijden. Daar zullen we het Nieuwjaar inluiden in een gezellige pub!
Jullie natuurlijk ook een gezellige avond en nacht gewenst!
Anderhalve week geleden zijn we uit Wagga Wagga weggegaan, tijd voor vakantie! Wij dachten papa donderdagochtend op te halen in Melbourne, maar gelukkig kwamen we er op tijd achter dat paps en mams een foutje hadden gemaakt in hun vorige mails. John zou vrijdagochtend pas aankomen. Dit betekende dat we een extra dag hadden, dus we besloten om via een kleine omweg nog de bergen in te gaan, in Alpine National Park. We hebben 3 nachten op schitterende plekken gestaan, we hebben heerlijk weer gehad, lekker gewandeld en we zijn even lekker uitgerust.
Vrijdagmorgen kwam John aan op Melbourne, en wij hebben hem hier natuurlijk opgehaald. Het mooie weer besloot er even mee op te houden, het was grauw, mistig en regenachtig, bah. De dagen erna bleef het warme weer ook uit, maar tussen de regenbuien door hebben we afgelopen week gelukkig nog wel een paar mooie zonnige dagen gehad.
We begonnen op de bekende Great Ocean Road, een route van ongeveer 350 km langs de kust in Victoria. De eerste dag konden we niet echt van de uitzichten genieten vanwege het slechte weer, dus besloten we een camping op te zoeken iets meer het binnenland in. Daar aangekomen bleek de track ernaartoe afgesloten te zijn vanwege het natte weer, en er was geen andere optie in de buurt. We besloten dus een andere dirtroad in te rijden, en midden in dit regenwoud-achtige landschap hebben we illegaal langs de weg ons kamp opgeslagen. Mooi begin van de vakantie ;-)
De dag erna reden we tot de 'punt' in Otway National Park. Hier hebben we 2 nachten gestaan. Er zaten allemaal koala's, soms met kleintjes, in de bomen op deze camping. We hebben een wandeling van 21 km gemaakt door de duinen en langs de wilde kust, het waaide flink! Prachtig!
Het laatste deel van de Great Ocean Road bestond uit de bekende uitzichtpunten, en gelukkig hadden we deze dag ook redelijk weer. We hebben de 12 (of 7,5) Apostels gezien en alle andere bijzondere en mooie lime-stone formaties die we langs de route tegenkwamen.
Vervolgens hebben we de kust aangehouden, helemaal in de richting van Adelaide. Onderweg hebben we vlakbij Portland in de bossen gekampeerd. Erik en John hebben zich uitgeleefd op het brandhout wat hier te vinden was en mooie kampvuurtjes gestookt (voor John de eerste keer koken op een houtvuurtje en het smaakte hem prima).
Robe was de volgende halte, waar we op een mooie plek in de duinen hebben gestaan. Er werd afgeraden hier te zwemmen, vanwege een aantal aangespoelde dode walvissen. Ten eerste was het water drappig van het bloed, en het zou natuurlijk haaien aantrekken. Tijdens lunch hoorden we continue een, wat wij dachten, kettingzaag. We dachten dat we hoorden hoe de rangers de walvis in stukken zaagden om mee te nemen. Na lunch dus meteen de wandelschoenen aan en we zijn in de stromende regen naar het strand gegaan, misschien konden we wel helpen :-P. Onderweg bleek onze kettingzaag gebruikt te worden om de paden vrij van overhangende takken te maken, een grote teleurstelling. We zijn wel op zoek gegaan naar de walvissen. We hebben op de stranden wat stukken walvisvlees gevonden, en we hebben zelfs een vrijwel intacte walvis die was aangespoeld gezien!
De dag erna besloten we even onze spieren het werk te laten doen bij kayaken. We hebben een deel door meren en rivieren gekayakt, maar het gaafste van alles was het kayak-surfen! Proberen op het juiste moment op een hoge golf terecht te komen en dan natuurlijk niet omkiepen. Aangekomen op het strand weer terug door de golven om het nog een aantal keer te proberen! Ook tegen de golven in ging af en toe best lastig, we zijn alle 3 wel een keer achterover gekukeld toen de voorkant van de kayak door een megagolf helemaal verticaal de lucht in werd genomen. Al met al hebben we ons hiermee zo'n 2/2,5 uur vermaakt, echt gaaf! Helaas hierbij een hoed en zonnebril verloren, we hadden vantevoren niet gedacht dat het zo wild zou worden.
Inmiddels staan we niet zo ver van Cape Jervis vandaan, waar morgenochtend onze ferry vertrekt naar Kangaroo Island. Hier zullen we 5 dagen blijven, en dus ook kerst vieren.
We hebben vandaag mooi weer en gaan straks nog even lekker aan het strand liggen en met de enorme golven spelen ;-)
Vanuit het zomerse Kangaroo Island aan iedereen:
Hele fijn kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar gewenst!
De Honda hebben we redelijk snel kunnen verkopen in Sydney, ondanks dat het geen ‘echte’ backpackersauto is. Mede daarom hebben we er iets minder voor kunnen krijgen dan gehoopt. Helaas duurde het nog bijna een week tot de 2 Duitse jongens het geld eindelijk hadden, dat betekende wachten en wachten in een stad die we wat ons betreft allang gezien hadden.
Na Sydney zijn we direct doorgereden naar Young, de kersenhoofdstad van Australie. We waren bang dat we te laat zouden zijn voor het begin van het kersenseizoen, en dat het daarom moeilijker zou zijn een job te vinden, maar vanwege de koude nachten dit jaar was het seizoen nog niet eens begonnen en zouden we nog wel even moeten wachten. Dit kon dagen, maar ook weken duren en die tijd hadden we niet. Daarnaast waren we niet de enigen hier, tijdens een gratis bbq in de stad werden we vergezeld door tientallen(!) Frans-Canadezen die allemaal werk zochten, en bereid waren te werken voor een schijtprijsje. Nadat we dit doorhadden zijn we direct uit Young vertrokken, daar hadden we niet zo’n zin in.
We besloten naar een middelgrote stad te gaan om in ieder geval de Nissan goed na te laten kijken en de vering aan te passen, hier waren we nog niet aan toe gekomen. We waren er financieel al vanuit gegaan dat we goed konden verdienen met kersen plukken, en geen inkomen deze 3 weken was de zoveelste financiele tegenvaller. We hoopten dus dat de reparaties aan de auto niet teveel zouden kosten en dat we daarna nog iets konden vinden om in ieder geval deze kosten te dekken.
In Wagga Wagga kwamen we terecht bij een goede garage die echt even de tijd voor onze auto heeft genomen en hier en daar wat kleine repararaties uitvoerde. Geen grote gebreken, dus dat is lekker, motorisch gezien hebben we een top-auto ondanks dat hij zo oud is. Bullet-proof volgens de experts hier. Al met al natuurlijk wel een aardige rekening vanwege die vering en wat andere dingen, maar de eigenaar bood ons aan om bij hem en zijn ouders aan de slag te gaan in ruil voor kost en inwoning en de rekening van de auto, en mogelijk zouden we nog wat toegeschoven krijgen, afhankelijk van de kosten voor de auto.
We hebben nog even rondgekeken op internet, gereageerd op advertenties en oude bekenden gebeld, maar het bleek niet makkelijk te zijn om voor zo’n korte periode aan werk te komen. Daarom besloten we lekker hier de tijd uit te zitten tot papa naar Melbourne komt. Opzich was het geen verkeerde deal.
De afgelopen 3 weken hebben we heel veel verschillende klusjes gedaan: van een mega-glazen huis de ramen gewassen en HEEL VEEL onkruid gewied in de MEGAtuin van 2 oude mensen die zelf al meer dan een jaar niets hadden gedaan vanwege ziektes. Dit alles bij soms wel 40 graden waarbij we ons afgevraagd hebben wat we hier in Australie doen, zulke hete dagen hebben niet onze voorkeur, vooral niet tijdens het werken.
In ruil hiervoor hebben we dus heerlijk gezond eten gekregen en de auto werd echt grondig nagekeken en ze hebben zelfs de airconditioning gemaakt, wat een behoorlijk prijzige operatie was en wat we dus zelf nooit hadden gedaan voor zo’n hoge prijs. Niet verkeerd met die hitte hier.
Woensdag rijden we richting Melbourne en dan begint weer een heerlijke vakantieperiode, samen met papa John. De komende 6 weken gaan we lekker genieten van al het moois dat Victoria en South-Australia te bieden heeft.
De laatste weken op de farm Gumbooka in
Bourke hadden we het erg naar ons zin. We waren zoals gezegd regelmatig
omheiningen aan het opzetten en we dreven behoorlijk wat schapen en geiten
bijeen op de motorbike. Erik had het al helemaal door hoe je met een dirt-motor
door de bosjes scheurt om de schaapjes te zoeken. Ook ik heb me op zo’n motor
gewaagd, maar alleen op de ‘wegen’, met al dat zand was dit al lastig genoeg
:-P
Een paar weken geleden kreeg Ben helaas
een ongelukje met z’n oog waardoor hij een week in het ziekenhuis in Sydney
was. Hierna moest hij herstellen en erg rustig aan doen. De 3 weken voordat we
weggingen hebben Erik en ik dus voornamelijk klusjes met z’n 2en gedaan, met
name het sprayen van onkruid. Niet het allerleukste werk, maar we waren al erg
blij dat we in ieder geval konden werken :-) En nu Ben er niet was en de honden
toch af en toe wat vlees moesten krijgen, heeft Erik een aantal keer een
kangoeroe geschoten en ‘klaargemaakt’.
Aangezien er (eindelijk na 4 maanden) een
behoorlijke hoeveelheid regen was voorspeld besloten we iets eerder dan gepland
de auto in te pakken. We wisten namelijk niet hoe lang de regen aan zou houden,
en als het opgehouden zou zijn, zou de weg nog een aantal dagen op moeten
drogen voordat we weg konden komen. Het afscheid was dus erg raar en plotseling,
maar we hebben een erg leuke en leerzame tijd gehad hier op de farm, we kijken
er met een goed gevoel op terug. Ook de familie was erg tevreden over ons en
kan een goed woordje voor ons doen bij andere farms als we dat nodig hebben,
niet verkeerd!
Vanaf Bourke zijn we in 2 dagen naar
Sydney gereden, met 2 auto’s. We hebben zo’n 3 uur door de buitenwijken van
Sydney gereden, waarbij we de weg en elkaar verschillende keren zijn
kwijtgeraakt, maar uiteindelijk kwamen we op de camping aan.
De week erna hebben we grotendeels
doorgebracht in een parkeergarage, waar backpackers hun (veelal goedkope) auto
te koop kunnen zetten. We kwamen er al snel achter dat we beter niet naar
Sydney hadden kunnen komen met de auto, omdat hier een auto-overschot is.
Uiteindelijk hebben we de auto voor een veel te lage prijs kunnen verkopen aan
2 Duitse jongens, maar we zijn al lang blij dat we de auto in 4 dagen tijd
hebben kunnen verkopen. We hadden er misschien nog een paar honderd dollar meer
voor kunnen krijgen als we wat langer zouden blijven, maar de verblijfkosten
hier zijn behoorlijk hoog en we hopen nog een paar weekjes ergens te kunnen
werken voordat papsie naar Australie komt.
Wat betreft de ‘nieuwe’ auto hebben we ook
een vervelende eye-opener gehad. We hebben de auto voor meer geld gekocht dan
dat hij waard is, dat zien we nu we hier in Sydney andere en wat nieuwere 4x4
auto’s hebben gezien. En we hebben natuurlijk die hele dure verlagings-operatie
gehad, die in onze ogen niet helemaal is gelukt, we zijn nog niet tevreden over
de achtervering. We (Sanne) lopen al een aantal weken met een knoop in onze
maag door al die hoge kosten, we hadden deze auto niet moeten kopen, daarmee
hebben we nu al een aantal duizend dollars weggegooid, zo zonde! Maargoed,
iedereen moet een (paar?) keer in z’n leven goed op z’n bek gaan om ervan te
leren. We leven nog niet op straat en we zijn nog hardstikke gezond, daar gaat
het om. Als we nog wat geld kunnen verdienen de komende weken dan brengen we de
auto naar een garage en dan hopen we het probleem met de vering op te lossen,
zodat we dit eindelijk achter ons kunnen laten!
Als we het geld van de Duitse jongens
binnen hebben vertrekken we naar Young, zo’n 4 uur vanaf Sydney, waar het
kersen-seizoen is begonnen. We hebben nog geen werkplek, maar we hopen deze
zonder grote problemen te vinden.
3 weken geleden was
ik al begonnen met werken op de farm, terwijl Erik nog onderweg was met onze
nieuwe auto vanuit Perth. Hij heeft er uiteindelijk 4 dagen over gedaan om van
Perth naar Bourkete rijden, zo'n 3500 km.
De auto heeft hij dus even goed uit kunnen testen. We wisten dat we de auto
helaas moesten verlagen. Hij was veel te hoog, waardoor we niet legaal meer op
de wegen van Australie mochten rijden. De garage in Bourke kon dit gelukkig wel
doen en had de onderdelen besteld. Toen ze er aan wilden beginnen kwamen ze
alleen op een erg ongelukkige constatering: de persoon die de auto verhoogd
heeft, heeft maar wat aangeklooid en sommige delen van de auto afgezaagd en
vervolgens weer gelast, heel erg illegaal! Probleem was nu dat die onderdelen
niet meer gebruikt konden worden, er moesten dus nieuwe onderdelen besteld
worden. Al met al weer een vrij dure operatie :-S Deze onderdelen zijn
waarschijnlijk een paar dagen geleden aangekomen en komende week horen we meer.
Hopelijk blijft het hierbij, wij vinden dat we wel weer genoeg pech hebben
gehad... Foto's volgen nog als we de auto eindelijk weer voor de deur hebben
staan.
De Honda CRV is nog
steeds te koop, we proberen hem hier te verkopen, maar we zijn wel zo
realistisch dat dit waarschijnlijk niet gaat werken. Als het niet lukt zijn we
van plan om 10 november naar Sydney te gaan, daar zijn iets meer potentiele
kopers en backpackers te vinden.
Hier op de farm in
Bourke hebben we intussen ons ritme gevonden. We zijn regelmatig met schapen
bezig. We hebben al een aantal keren groepen schapen bij elkaar gedreven op de
quad en op de dirtbike, omdat Ben de oudere quad een beetje wil ontlasten rijdt
Erik tegenwoordig op een 'normale' motor :-).
We hebben daarnaast
een dag schapen geschoren. Ben en de scheerder die hij ingehuurd had schoren
alle schapen, terwijl wij de wollen 'dekens' opraapten, de vieze delen hiervan
weg plukten en de wol sorteerden. Je hebt namelijk goede en slechte kwaliteit
wol. Je let hierbij op de verhouding haar/wol, lengte van de wol en hoe sterk
het is. In totaal hebben we die dag zo'n 250 schapen geschoren. Ben fokt zijn
schapen met Dorper-rammen die geen wol hebben en niet geschoren hoeven te
worden. Tegenwoordig hoeft er dus maar weinig geschoren te worden, deze schapen
waren alleen een beetje te wollig om zo rond te blijven lopen. Hij hoopt over 2
á 3 jaar helemaal niet meer te hoeven scheren, scheelt een hoop tijd en geld.
Daarnaast zijn we
ook weer volop aan het fencen, omheingen maken! We zijn nu bezig op Corella,
het andere stuk land wat Ben en Liarne leasen van zijn ouders. Hier is nooit
veel aan gedaan, en het bestaat uit 1 groot stuk land wat nauwelijks
onderverdeeld is in verschillende stukken (paddocks). Aangezien een groot deel
van dit landgoed regelmatig onder water komt te staan bij flinke regen, en hier
dan vele schapen de kans lopen te verdrinken, is het goed om dit in
verschillende stukken in te delen. Als er heel veel regen voorspeld wordt,
kunnen ze de schapen dan naar het hogergelegen paddock bijeendrijven, zodat ze
veilig zijn.
We hebben al heel
wat kilometers hekken neergezet, en ook wat omheiningen die er al stonden
gerepareerd.
Tijdens het maken
van een hek dat open en dichtkan, wat je maakt door middel van lassen, kwamen
we wel even in een gevaarlijke situatie. Een vonkje sprong over op het droge
gras en het vatte meteen vlam. Meestal kan je dit soort kleine brandjes wel met
je schoenen snel uitstampen, maar door de enorme hitte, droogte en de harde
wind verspreide het zich te snel. We hadden onze waterflessen geleegd en flink
lopen stampen, maar het was onbegonnen werk tegen deze brand. We hadden het
bijna opgegeven, maar toen kwam Ben met het idee om boomtakken met flink wat
bladeren af te breken en hiermee de brand te 'blussen'. Dit lukte
wonderbaarlijk goed, en zo hebben we voorkomen dat de brand zich verder
verspreide, dat zou een ramp geweest zijn! Heel zijn land in de richting van de
wind zou zijn afgebrand en waarschijnlijk zouden de buren er ook niet aan zijn
ontkomen. We hebben geluk dat de brand ontstond in een redelijk open gebied, en
niet waar vele (dode en droge) bomen stonden, want in dat laatste geval zouden
we helemaal kansloos zijn.
Erik is inmiddels
aan het transformeren naar een Redneck. Hij heeft een kangoeroe geschoten voor
de honden en hij twijfelde geen moment toen een wild zwijn net iets naast de
weg stond, hij stuurde de auto er direct op af... Gelukkig is hij nog lang niet
zo 'erg' als Ben, en zover laat Erik het naar eigen zeggen ook niet komen.
Extra gas geven om over emu’s heen te rijden vinden we te ver gaan, en als Ben
dit doet waar we bij zijn dan voelt dat toch ook wel een beetje ongemakkelijk.
We weten wel dat er genoeg van deze beesten zijn, maar toch... Maar zo gaat dat
hier nu eenmaal, het is een hele andere manier van leven.
Het weer hier is
waarschijnlijk het tegenovergestelde aan dat van Nederland: het is superdroog
en het warmt flink op! Sinds we hier begin juli weg zijn gegaan hebben ze hier
geen fatsoenlijke regenbui meer gehad, alles is kurkdroog en stoffig. De
schapen moeten nu langzaamaan verkocht worden als er geen regen komt, er blijft
namelijk steeds minder gras over om te eten. Aangezien alle farms hierover
hetzelfde denken, zijn de schapenprijzen flink gedaald waardoor Ben en Liarne al
duizenden dollars mis zijn gelopen...
Daarnaast is het
hier warm, en op sommige dagen zelfs heet. We hebben al een paar dagen van 35
graden gehad, en als je dan in de brandende zon en in je lange spijkerbroek aan
het werk bent voelt dat echt niet heel aangenaam. De komende weken kunnen de
temperaturen stijgen tot 40-45 graden, we hopen dat we voor die tijd hier weg
zijn. Tijdens de zomer is een dag van 35 graden waarin we nu staan te puffen
een koele dag voor Ben en Liarne... Onvoorstelbaar.
De afgelopen dagen
is er een koude-front in Australie, waardoor het aan de kust heel veel regent,
in het zuiden meer sneeuw is dan in jaaaaaren, maar hier helaas niets van dit
alles, behalve dat het wel iets afkoelde, heerlijk!
Zoals gezegd zullen we de
komende weken hier nog even aan de slag gaan, even wat geld
verdienen. We houden jullie op de hoogte!
Zoals we in het vorige blogbericht al duidelijk
hadden gemaakt, zijn we erg plotseling terug naar Nederland gegaan. De reden
dat we naar Nederland kwamen, namelijk de begrafenis van oma, was natuurlijk
wat minder, maar het voelde erg goed om hierbij te zijn. Daarnaast hebben we
heel veel mensen lastig gevallen met onze reisverhalen, we hebben wat nieuwe
woningen gespot, we hebben ons verbaasd over de kinderen, we hebben ons rot
gelachen om Harm-Jans reactie aan de deur (alsof hij spoken zag), we hebben een
heerlijk weekend gehad met de familie Weijers (dankjulliewel) en we zijn in
deze week vertroeteld door onze ouders :-) Ondanks dit alles werden we
natuurlijk wel meteen in het diepe gegooid in NL en hebben we dus vantevoren
geen goede strakke planning kunnen maken, waardoor we niet met iedereen af
hebben kunnen spreken. We hopen dat jullie hiervoor begrip hebben. Al met al
was het dus erg hectisch, en als we er nu op terugkijken voelt het
onrealistisch aan. Ook de vluchten heen en terug waren niet Je-Van-Het (mede
door krappe beenruimte, een jankend kind, en een Australische douane die maar
vragen blijft stellen terwijl je al te laat bent voor de vervolg-vlucht...),
maar ook dat hebben we overleefd.
We hadden een week om de 3000 km van Darwin naar
het zuiden van Australie te rijden. Doordat we geen zin hadden om in onze
jetlag te verdwijnen en alleen maar te rijden en te luieren, besloten we ook
echt wat van deze week te maken. We hebben de 4 meest toeristische plekken in
Centraal-Australie kunnen bezoeken. Allereerst hebben we een dagje in Alice
Springs rondgelopen, ongelooflijk dat er in dit niets toch nog een soort stad
bestaat. Hier hebben we tijdens een workshop ook even onze kunsten vertoond op
een didgeridoo, HET instrument van Australie. Resultaat: geen aangeboren
talenten.
Vervolgens hebben we Uluru (Ayers Rock) gezien,
het symbool voor Australie. Erg indrukwekkend, op de vele foto's die je hiervan
ziet is de grootte niet te bevatten. We hebben de 10,5 km om de rots gewandeld.
'Vlakbij' had je ook Kata Tjuta (Olga's), minstens zo indrukwekkend als Uluru.
Hier hebben we op dezelfde dag nog een kleine wandeling gedaan. Het culturele
centrum wat zich eveneens in dit park bevond bevatte erg veel interressante
informatie over het leven van de Aboriginals. Deze informatie vertoonde wel
veel overeenkomsten met het centrum in Kakadu National Park, waar we ons toen
helemaal ingelezen hebben. Een aantal foto's met zonsondergang van Uluru mocht
natuurlijk niet ontbreken, maar dit betekende wel dat we in het donker zo'n 100
km terug moesten naar onze 'camping'. Tijdens deze rit werd het opnieuw
duidelijk dat het inderdaad niet verstandig is om hier in het donker te rijden,
we reden bijna een stier van z'n sokken. In eerste instantie vond ik het raar
dat er een kliko-bak langs de kant van de weg stond, tot er ineens een kop
tevoorschijn kwam en ik in de gaten kreeg dat ik tegen het achterwerk van een
stier aankeek. Het enige wat ik kon doen is naar adem happen, we waren al te
laat om hem eventueel te ontwijken. Hij had zijn kop ook niet verder uit moeten
steken of een rare beweging moeten maken....
Tenslotte zijn we ook nog even langs Kings Canyon
'gehopt', waar we opnieuw een mooie tocht hebben gewandeld. De afstanden die je
maakt tussen al deze bezienswaardigheden zijn enorm, dat schat je al snel
verkeerd in. Langs de kant van de weg mochten we nog wel genieten van wat
dromedarissen.
Uluru
Kata Tjuta
Centraal Australie is een erg aparte plek om rond
te reizen, en ondanks dat het zo kort en gehaast was, hebben we er wel van
genoten. Op de planning stonden nog wat minder-toeristische plekken, zoals de
MacDonnel ranges, maar vanwege de 12 dagen die we nu misten (vanwege NL) hadden
we daar nu geen tijd voor. We gaan proberen om hier nog een keer terug te komen
om deze plekken op een relaxedte manier te bezoeken.
Zoals gezegd hebben we voor de rest heel veel in
de auto gezetten en hebben we veel kilometers gereden door letterlijk niets,
maar ook dit heeft z'n charme. We hebben nog wel in Cooper Pedy een kerkje
ingehakt in de rotsen bezocht, we hebben mogen genieten van de uitzichten op de
enorme zoutvlaktes en we hebben op een schitterende camping gestaan net buiten
Port Augusta waarvandaan we uitkeken op de haven en de oceaan, schitterend.
Eindeloze wegen
Ik heb Erik in Port Augusta (300 km ten noorden
van Adelaide) op de bus gezet naar Adelaide, waarvandaan hij naar Perth is
gevlogen. Hier hebben we namelijk een nieuwe auto gekocht, een verhoogde Nissan
Patrol, met een tent op het dak. We zijn verliefd geworden op deze auto toen we
deze in Darwin tegenkwamen, en toevallig vertrok het stel ook weer snel terug
naar Duitsland, maar ze wilden hem pas verkopen wanneer ze in Perth aankwamen.
Er waren een paar problemen die inmiddels (deels) zijn opgelost en Erik is nu
onderweg naar Bourke, waar we voorheen al een paar maanden op een schapenfarm
hebben gewerkt. Dit is een ruime 3400 km die hij af moet leggen. Ik ben met
onze vertrouwde Honda vanaf Port Augusta in 2 dagen naar Bourke gereden (1200
km), waar ik nu alweer lekker aan het werk ben. Het voelt alsof ik niet weg ben
geweest. Het is heerlijk om weer een vast bed en een douche te hebben en het
schapen bijeendrijven ben ik oon nog niet verleerd. Al is het natuurlijk ook
raar dat ik hier nu in m'n eentje ben.
Mochten jullie via via via via nog iemand kennen
die interresse zou kunnen hebben in onze Honda CRV (die nog in erg goede staat
is!), dan horen we dat graag via email of deze blog!
Afgelopen week hebben we meegeholpen op de krokodillenfarm Coolibah, 250 ten westen van Katherine. Tijdens deze week zijn we de meest interessante dingen te weten gekomen over zoutwater-krokodillen en hebben we de meest idiote dingen gedaan met deze gevaarlijke dieren. De meesten waren nog vrij klein, maar alsnog hebben ze ontzettend veel kracht en kunnen ze je vingers en handen eraf bijten als je even niet uitkijkt...
Het bedrijf wordt al 23 jaar gerund door een inmiddels wat ouder stel, Janelle en Bluey. Daarnaast hebben ze continue vrijwilligers zoals wij rondlopen. John loopt hier al 4 jaar rond (vrijwillig) en daarnaast hebben we met Marjorie uit Frankrijk en met Adam uit Engeland samengewerkt. Elke dag werkten we van half 8 tot 1 uur, waarna we de middag en avond voor onszelf hadden. Soms werden 's middags nog wat klusjes gedaan en voer voorbereid waarbij we graag meehielpen. Hiervoor krijgen we kost en inwoning terug, in dit geval een hele mooie luxe kamer en heeeeerlijk eten :-P.
Op het moment zitten hier ongeveer 6000 zoutwaterkrokodillen op de farm. Ze worden gebruikt voor het leer, vlees en de botten (dit laatste voor medicijnen in Aziatische landen).
Ze hebben zo'n 10 grote (en dus oude) krokodillen die worden gebruikt om te fokken. Deze krokodillen komen uit het wild, het heeft geen zin om 'fokkrokodillen' op de farm te fokken. Krokodillen zijn namelijk pas vruchtbaar als ze minstens 20 jaar oud zijn.
De andere krokodillen zijn allemaal tussen 10 maanden en 2 jaar oud. Dit zijn echte 'minicrocs', ze zijn maximaal 1,5 meter groot. Hoe groot ze zijn is natuurlijk afhankelijk van de leeftijd, maar sommigen van 2 jaar zijn zo klein als de grootsten van 10 maanden oud. Hun groei is namelijk ook heel erg afhankelijk van hun eetgedrag, sommige krokodillen eten nauwelijks vanwege de stress.
De eieren die hier op de farm zelf gelegd worden door de fok-krokodillen zijn niet genoeg. Daarom hebben ze toestemming om in 2 verschillende gebieden hier in de buurt naar eieren te zoeken in het wild. Dit doen ze met een helicopter, waarbij 1 persoon in een harnas naar beneden gaat als ze een nest zien. De helicopter gaat ondertussen op zoek naar een ander nest, terwijl degene op de grond (aan de waterrand) de eieren opgraaft uit de 'composthoop'. Gemiddeld zijn er 50 eieren, en deze moeten allemaal blijven liggen zoals ze in het nest liggen, je mag ze niet omdraaien, dan sterven de baby-crocs. Terwijl je dit doet moet je ook nog eens uitkijken voor mama-croc die haar kindjes goed beschermd. Bluey is al een aantal keer aangevallen. Op een ochtend werd hij gepakt in zijn borst en schouder, en achteruitlopend tilde hij mama-croc uit het water. Als deze krokodil in het water was gaan ronddraaien, had ze Bluey mee het water ingenomen en dan was hij er niet meer geweest. Zo'n 50 hechtingen later ging hij gewoon diezelfde middag weer op zoek naar nieuwe eieren, stupid!
De eieren komen in grote bakken in een speciale kamer te liggen, waar de vochtigheid tegen 100 procent is, en waar het lekker warm is. Hier moet elke dag een paar keer gecontroleerd worden of ze uitkomen. Dit weet je wanneer ze een piepend geluid maken, met als doel om mama-croc te roepen zodat zij de eieren kan uitgraven. Als zo'n baby-croc te lang dit geluid maakt in deze kamer met duizenden eieren, dan komen alle eieren uit, onafhankelijk hoe oud en levensvatbaar de krokodillen zijn.
Dit alles gebeurd in het begin van het natte seizoen, zo'n 2 maanden vanaf nu.
De baby’s hier zijn nu 10 maanden en zitten in een afgesloten ruimte waar het 35 graden is en er heerst een luchtvochtigheid van bijna 100 procent. Vanwege deze hoge luchtvochtigheid moeten de baden waarin ze zitten (zo’n 30-50 crocs bij elkaar) elke dag schoongemaakt worden, de bacterien vermendigvuldigen zich in deze omstandigheden natuurlijk heel snel. Hier waren we elke ochtend 2,5 uur mee bezig. Afgelopen week hebben we dus elke morgen een gratis sauna-sessie gehad in deze ruimte, al ontbrak het eucaliptus-geurtje. Tijdens het schoonmaken moet je wel steeds op je hoede zijn, het mogen dan wel baby-crocs zijn, hun tanden zijn gemeen scherp en je komt gevaarlijk dichtbij met je handen.
De krokodillen van 1-2 jaar zitten in betonnen baden (3x6m, deels onder water), gewoon onder een afdak buiten. Deze baden worden elke 6 dagen schoongemaakt, namelijk de ochtend nadat ze eten hebben gekregen. Dit hebben we dus maar 1 keer gedaan in deze week.
Op zo'n krokodillenfarm wordt natuurlijk erg veel vlees gegeten. Dit kan van alles zijn. Er wordt regelmatig wat geschoten (wilde zwijnen en walibi's), af en toe brengen boeren koeien of paarden met een ziekte hierheen enz. Dit vleest moet natuurlijk in stukken gesneden worden, soms moet de huid eraf worden gehaald en voor de baby's wordt het vlees tot gehakt gemaakt. Allemaal erg bloederige klussen. Hierbij hielpen we altijd mee. Heerlijk met je handen de mineralen door de bergen gehakt kneden :-P
De baby's van 10 maanden krijgen om de dag te eten. De krokodillen van 1-2 jaar krijgen elke 6 dagen iets. Bij het voeren van deze crocs mochten we helaas niet bijzijn. Krokodillen, vooral de jongeren, zijn erg gevoelig en worden daarom uitsluitend door 1 persoon gevoerd. Als iemand anders het doet, die er net wat anders uitzien (bijv. met hoed) of die het op een andere manier doet, eten de meeste krokodillen niet meer.
We mochten er wel bijzijn bij het voeren van de zogenoemde fok-krokodillen, die elke week wat vlees krijgen. Deze krijgen de stukken vlees met de botten erin, die over het hek worden gegooid. De krokodillen moeten wel tevoorschijn komen, wat sommigen in dit jaargetijde niet doen, het is nog te koud, waardoor het eten minder makkelijk verteerd wordt. Even voor de duidelijkheid, het is hier elke dag 35 graden, maar over een paar maanden stijgt de luchtvochtigheid enorm wat de krokodillen heerlijk vinden. Echt indrukwekkend om te zien hoe groot deze beesten zijn, wat ze eten en voornamelijk hoeveel kracht ze in hun kaken hebben, ze kunnen zo een zwijnenschedel doormidden bijten.
Wij hadden een supergoede week uitgekozen. Normaal gesproken zijn de crocs van 1-2 jaar al verkocht rond dit tijdstip van het jaar, en dan ben je vooral veel aan het renoveren op de farm. Maar de truck was kapot gegaan en werd hierheen gehaald vlak nadat wij hierheen kwamen. Dat betekende dat de crocs nu op de truck geladen werden om alsnog iets later verkocht te worden aan farms die ze nog wat groter laten groeien, voordat zij ze verkopen. Hiervoor moesten de crocs gevangen worden!!! Joehoe! Of niet...
De krokodillen worden gevangen met een zogenaamde 'vang-stok'. Dit is een holle buis met aan beide kanten een lus die met elkaar verbonden is. Je legt de lus voorzichtig over de kop van de croc, waarna je het touw met de andere hand aantrekt. Vervolgens houdt je de krokodil op de grond, waarna iemand anders hem oppakt. Deze persoon stopt de krokodil in een grote buis, waarin 1 of 2 krokodillen gaan, afhankelijk van hun grootte. Hierbovenop komt een deksel die goed vastgetaped wordt, waarna ze ergens in de schaduw gelegd worden. De buis moet wel met de goede kant boven liggen, de croc mag niet op zijn rug liggen, dan sterft hij.
In het begin keken we toe hoe Janelle de 'vang-stok' gebruikte, Bluey de crocs vastpakte en wij hielpen John met de buizen en het vasttapen van de deksels. Uiteindelijk mochten ook wij een poging wagen met de vangstokken, en dan merk je pas hoe krachtig deze beesten zijn, al zijn deze crocs 'maar' 1-1,5 meter groot. Erik en Adam mochten ook de krokodillen vastpakken, wat nog meer risico is. Al heeft Erik gemerkt dat het dichttapen ook best gevaarlijk kan zijn. De onderkant van deze buizen zijn steviger dichtgetaped, maar deze worden niet zo vaak vervangen. John had 1 van de buizen niet goed gecontroleerd en bij het dichttapen voelde Erik ineens iets bij zijn voeten bewegen. Gelukkig zat de croc klem met zijn bek, zodat Erik rustig weg kon lopen. Als zo'n krokodil toch op je af komt dan moet je niet gaan bewegen, want ze reageren heel erg op bewegingen, je moet juist stil blijven staan tot hij langs je is gelopen. Heel erg tegen je instinct in. We hebben 3 dagen krokodillen gevangen, in totaal hebben we 600 crocs afgeleverd bij de andere farm. Een behoorlijke klus.
Naast deze spectaculaire krokodillen-avonturen hebben we ook wat uren besteed om een schuurtje te bouwen, met op de achtergrond het altijd aanwezige prachtige landschap. Zoals gezegd hadden we de middagen en avonden vrij, maar we konden ons prima vermaken. John nam ons een keer mee naar een supermooi uitzichtpunt hier in de buurt waar we konden genieten van de zonsondergang. Daarnaast hebben we nog met John gejaagd. We hebben in deze week een aantal walibi's, een wild zwijn en een waterbuffalo geschoten. Deze laatste liep rond in het caravanpark 30 km hiervandaan. Bluey kreeg een telefoontje of hij het dier wilde schieten, omdat het te gevaarlijk is om rond te laten lopen. Het vlees van zo'n groot beest konden we natuurlijk goed gebruiken voor de krokodillenmaaltijden. Je zou denken dat je even vooruit kunt met het vlees van een buffalo-stier van
800 kg, maar dit is maar net genoeg voor 1 maaltijd voor de babycrocs (240 kg vlees).
We konden hier helaas maar 1 week blijven, maar het was een erg leuke en speciale ervaring die we niet hadden willen missen.
Op Facebook en Youtube vindt je meer foto's en voornamelijk leuke filmpjes van het voeren en het vangen van de crocs (niet volledig up to date, maar dit komt snel!)
Nadat we de crocfarm verlieten dachten we bovenstaand bericht te plaatsen en vervolgens onze reis te vervolgen richting Pine Creek om daar een kleine week op een farm mee te helpen. Dit ging even anders dan gepland. Na een week geen internet (niet heel ongewoon voor ons) kwamen we erachter dat we verschillende mailtjes hadden over de gezondheid van oma. De laatste hiervan met het bericht dat oma 2 dagen eerder was overleden. Wij zijn direct naar Darwin gereden, terwijl onze reisverzekering voor ons een vlucht heeft geregeld (super!), zodat we bij haar begrafenis aanwezig kunnen zijn. We komen zondagochtend aan in NL en blijven hier een week. Ondanks de verdrietige reden vinden we het natuurlijk fijn om na 10 maanden familie en vrienden weer even te zien.
Vlak voordat we aankwamen in Katherine, waarvandaan we het vorige bericht schreven, hebben we nog een paar nachtjes in Mataranka gestaan. Dit plaatsje staat bekend om de thermal springs, met lekker warm (30-35 graden) en superhelder water. Heerlijk om hier even al het stof uit je porien te baden, in de vroege ochtend voordat alle toeristen hierheen komen. Door de hitte en de enorme hoeveelheid stof hier in het noorden van Australie wordt je elke dag weer smerig (onze voeten zijn zo zwart, dat was je er niet meer af). We staan regelmatig op gratis campingplekjes zonder douche, dus we laten geen kans voorbij gaan om ergens een lekkere duik te nemen.
Na 2 nachtjes in Katherine zijn we weer wat verder naar het noorden gereden, waar we 2 dagen in Litchfield National Park hebben doorgebracht. Volgens de reisgidsen vinden locals Litchfield vele malen mooier dan Kakadu National Park, mede doordat het minder toeristisch zou zijn. Deze opmerkingen hebben er waarschijnlijk voor gezorgd dat toeristen nu massaal Litchfield opzoeken, en daar is dit kleine park eigenlijk niet geschikt voor. Litchfield bestaat voor een groot deel uit mooie watervallen met erboven of eronder poeltjes waarin je heerlijk kan zwemmen, niet verkeerd in deze hitte! Bij de indrukwekkende en grotere watervallen moet je alleen zowat in de rij staan voor een foto en de parkeerplaatsen staan vol met grote tourbussen uit Darwin. Langs de poeltjes op de rotsen voelt het aan als Scheveningen-strand op een mooie zomerse dag. Wij hebben veel meer genoten van de minder grote watervallen waar we de poeltjes vaak voor onszelf hadden. De campingplekjes waren ook erg opgepropt, maar ondanks dat deelden we ons plekje met nog een aantal anderen die nergens meer terrecht konden. Op die manier kan je een erg gezellige avond hebben met Australische lesbi’s, of je hebt een aantal sikkeneurige Fransen die geen engels (willen?) praten en continue je tent in kijken... :-P
Voordat we naar Kakadu gingen, hebben we nog een halve dag rondgeslenterd in Darwin. Veel valt daar niet over te zeggen. Het is een stad...
Kakadu National Park
Kakadu heeft ons op alle fronten zeker niet teleur gesteld. We waren een beetje bang dat we hier ook omver zouden worden gelopen door de vele toeristen, maar dit viel alles mee. Kakadu is een enorm groot park zodat de toeristen zich goed kunnen verspreiden, het heeft mooie en grote bushcampings en waarschijnlijk heeft de 25 dollar entree die je sindskort moet betalen als je Kakadu in wilt ervoor gezorgd dat er wat minder toeristen zijn.
We dachten nog de wat minder toeristische plekken op te zoeken die te bereiken zijn met 4wheel-drive routes, maar deze bleken erg lang en ruig te zijn en daar hadden we geen zin in. Ook hebben we een iets te diepe rivier overgestoken, waardoor de binnenkant van onze auto nat werd. Oeps.
We zijn 10 dagen in Kakadu geweest, op 5 verschillende campingplekken. We hebben hier echt even de natuur en cultuur opgeslurpt, we hebben verschillende korte en lange wandelingen gedaan en tijdens het heetst van de dag hebben we heerlijk gerelaxed. Dat is pas vakantie!
Kakadu is 1 van de 25 parken over de wereld die beschermd zijn vanwege de waardevolle natuur en cultuur.
Natuur
Qua natuur heb je hier veel variatie en elk gebied is uniek. Het meest kenmerkende landschap in Kakadu zijn de floodplains, rivieren en billabongs. Tijdens het natte seizoen bestaat een groot deel van het park uit zeeen van water, die bijna allemaal opdrogen in het droge seizoen. Wat overblijft zijn deze floodplains, rivieren en billabongs (Een billabong is een meertje wat in het natte seizoen deel uitmaakt van een rivier). Een ander kenmerkend landschap is de 'stone country'. De scheiding tussen Kakadu en Arnhem land (jaja, vernoemd naar) bestaat uit vele rotsen en hier vindt je vele rock-shelters waar de Aboriginals vroeger verbleven. Hier vind je ook de bekende rock-art. Naast deze 2 soorten landschappen heb je de savanna wouden, de regenwouden, wat heuvels en een deel kust, maar deze zijn niet zo typerend voor Kakadu National Park, deze vindt je ook in andere delen van Australie.
Door het jaar heen veranderen de landschappen van Kakadu drastisch. Ze kennen hier geen zomer en winter, maar een nat seizoen van november tot april en een droog seizoen van mei tot oktober. De Aboriginals delen het jaar zelfs in in 6 verschillende seizoenen.
Wildlife
Qua wildlife vindt je hier enorm veel verschillende soorten dieren, waaronder verschillende vogels, de zoutwater- en de zoetwaterkrokodil, dingo's, wallibi’s en wallaroos (familie van de kangoeroe, de zwarte wallaroo is erg zeldzaam, maar wij hebben er 1 gezien!), buffalo’s en wilde zwijnen.
De krokodillen zorgen ervoor dat er veel toeristen hier naar het noorden komen, en wij konden niet wachten om er ook een aantal te zien! De zoetwater-variant is vrij klein en zeer schuw waardoor ze, zoals gezegd, harmless zijn. Als jij het water ingaat, gaan zij d’r uit. Wij hebben deze soort gezien tijdens het kanoen in de Katherine Gorge. De zoutwatervariant (leeft ook in zoetwater) daarentegen is erg gevaarlijk! Zij kunnen wel 6 meter groot worden en komen hier in grote getale voor. Tot 1970 mocht je op deze dieren jagen, waardoor ze bijna uitgeroeid waren, maar tegenwoordig zitten ze hier in alle waters. Het nadeel hiervan is dus dat je bijna nergens in Kakadu even een lekkere duik kan nemen. We hebben een cruise bij zonsopgang gemaakt bij Yellow Water, waar we een heel aantal zoutwaterkrokodillen hebben gezien. Deze waren wel allemaal aan de kleine kant, namelijk zo’n 3 meter, maar het blijft indrukwekkend. De crocs waren op dit tijdstip vooral nog in het water, want daar is het het warmst, maar op de terugweg lagen er al een aantal lekker te bakken in de zon.
Saltie!
De buffalo komt hier nu ook nog steeds voor, maar je ziet ze nauwelijks meer. Gelukkig maar, want deze dieren kunnen ook erg aggresief zijn. In 1820 zijn zo’n 50 buffalo’s hier achter gelaten door wat Britse Pioniers, en die vinden dit een prachtig habitat, heerlijk nat en genoeg te eten. Rond 1970 zaten er meer dan 300.000 in Kakadu en zij vernietigden de natuur! Daarom hebben ze in 3 jaar tijd een groot deel van deze beesten gedood. De Aboriginals waren hier wat minder blij mee, buffalo was een groot deel van hun avondeten. Daarom hebben ze hier een buffalofarm gestart waar binnen een omheind gebied een aantal buffalo's gehouden wordt. Tijdens de safari waarover ik later vertel zijn we hierdoorheen gekomen en hebben we een aantal van die beesten gezien.
Je hoort hier in Kakadu maar weinig over de dingo, maar tijdens de safari hebben we een aantal dingo's gezien. De dingo's hier zijn nog erg puur en niet zoals in Bourke gemixt met wilde honden. We hebben zelfs een keer een dingo gehoord terwijl we aan het kamperen waren. Dat is wel even spannend...
We hebben ook vele verschillende en bijzondere vogeltjes gezien, tijdens de cruise en de safari, maar ook gewoon tijdens het kamperen.
Vleugels drogen
Een ander beestje waar we tot nu toe weinig last van hebben gehad, maar die we hier in overvloed zien is de spin. ’s Avonds hoef je maar je zaklamp aan te doen en in het gras en op de stoffige grond zie je overal mini-lichtpuntjes, de reflectie in de spinnenoogjes, echt OVERAL! Ik loop niet zo graag meer op m’n slippertjes rond, op dit tijdstip van de dag.
Cultuur
Aboriginals leven hier in Kakadu naar schatting al zo’n 25.000 jaar, en ze denken nog wel langer. Je hebt hier vele rockpaintings in de omgeving, sommigen hiervan zijn al erg oud.
Er leven nog steeds heel veel Aboriginals op een (half)traditionele manier hier in de omgeving, in Kakadu en in Arnhemland. Arnhemland is 1 van de grootste Aboriginalreserves in Australie. Er mogen maar een paar toeristen per dag dit park bezoeken, en alleen maar via een georganiseerde tour. De Aboriginals hier jagen en verzamelen nog hun eten, met moderne en traditionele middelen. Ze doen dus geen boodschappen zoals wij dat doen. Tegelijkertijd proberen ze wel op tijd thuis te zijn van het jagen voor het 6-uur-nieuws. Deze manier van leven wordt wel steeds zeldzamer.
We zijn heel veel te weten gekomen van dit deel van Australie door de informatie- en culturele centrums, door de enorm interessante slideshows die ’s avonds op de campings werden gegeven over verschillende onderwerpen, door de cruise die we gedaan hebben, maar ook door een erg unieke safari die we hebben gedaan, en waarover we graag nog wat uitgebreider willen vertellen.
Samen met een Australische gids en een Aboriginal dame, Patsy, hebben we in een 4wheel drive rondgereden door de wildernis op zoek naar wildlife, terwijl we regelmatig stopten om ingredienten voor het eten te vinden, of meer te weten te komen over de bush. Patsy is opgegroeid in de bush en heeft dus van jongs af aan geleerd om te eten wat de natuur te bieden heeft. We hebben crocs, buffalo's, dingo's, slangen en vele soorten vogels gezien tijdens deze tour. We hebben daarnaast op een ouderwetse manier mosselen gezocht, nootjes uit de aarde geslagen, honing in een boom gevonden en we hebben palm(boom)hart (bevat veel vocht) gegeten. Tijdens de tour zijn we ook te weten gekomen dat groene mieren goed zijn voor verkoudheid en griep (natuurlijk wel even proeven, smaakt naar limoen) en dat rode termietenheuvels helpen tegen maag- en darmklachten. Erg interessant. Rond 5 uur kwamen we aan op de plek waar we ons avondeten klaar gingen maken. Patsy had al een grote Baramundi-vis gevangen en 3 wilde ganzen geschoten, en samen met damper (bushbrood) en de dingetjes die wij in het bos hadden gevonden werd dit ons avondeten, mjammie. De ganzen hebben we zelf geplukt, waarna ze even op de kolen gingen zodat de donshaartjes eraf werden gebrand. Vervolgens haalde Patsy de ingewanden eruit. Uiteindelijk ging het eten in een traditionele grond-oven. Dit bestaat uit hete kolen, waarop je een speciaal soort natte bladere legt. Hierop leg je de vis en het vlees, waarna je dit afdekt met bast van de paperbarkboom. Hieroverheen schep je zand of koude kolen, zodat de warmte in de oven blijft. Er werd/wordt dus niet gekookt met pannen of bbq-platen, maar gewoon op de traditionele manier. We hadden verwacht dat het eten nog naar kolen zou smaken of dat er zand in zou zitten, maar dit viel alles mee, het smaakte super!
De plek waar we ons avondeten maakte en nuttigde maakte het plaatje compleet. We keken uit op de floodplains met daarin heel veel ganzen. Zij maakten continue lawaai en rond zonsondergang was er een onafgebroken stroom ganzen in de lucht. De zonsondergang was trouwens subliem.
Tijdens deze tour hebben we nog meer geleerd over de natuur, wildlife en voornamelijk over Aboriginal-cultuur. Dit was zeker de moeite waard, net als al het andere wat we hebben gedaan in Kakadu. We zijn het niet met de locals eens, wij vonden Kakadu mooier en interresanter.
Gans plukken
Een ander aspect hier in Top End Australia wat vrij uniek is zijn de bosbranden die ze hier zelf aansteken. Aboriginals doen dit al voor tienduizenden jaren om verschillende redenen. Meestal wordt een deel van het bos vroeg in het droge seizoen aangestoken wanneer het gras nog vochtig genoeg is en het vuur vanzelf weer dooft. Je voorkomt op deze manier dat een grotere brand op een later tijdstip enorme schade aanricht, aan natuur en wildlife. Bij kleine brandjes kunnen de meeste dieren op tijd een andere schuilplek vinden. Brand zorgt daarnaast voor vruchtbare grond. Binnen een paar weken zie je veel meer groen rond deze plekken, wat natuurlijk ook weer meer wildlife aantrekt. De Aboriginals deden het ook om nog een andere reden, namelijk vanwege het hoge (spear)grass wat overal staat en wat wel 2 meter hoog kan worden. Als dit weg wordt gebrand is het minder gevaarlijk om door de bossen te lopen (denk aan slangen) en je kan de sporen van dieren zien die je wilt jagen.
Erg apart om langs zo'n bosbrand te rijden. De bodem is zwart en sommige stukken hout zijn nog aan het nasmeulen en roken.
We zijn inmiddels weer terug in Katherine, waar we gisteren een kanotocht in Nitmuluk National Park hebben gemaakt. We hebben een aantal uren in verschillende soorten gorges gepeddeld en we hebben hier ook lekker gezwommen. Hier hadden we het geluk om ook een zoetwaterkrokodil te zien, hij lag langs de kant half in het water te zonnen!!
Morgen rijden we zo'n 250 km naar het westen, waar we een week op een zoutwaterkrokodillenfarm zullen gaan werken. Erg spannend en we zijn benieuwd, meer hierover in het volgende bericht!
Na de 3-daagse zeiltrip zijn we, zoals gezegd, in 2 dagen naar Cairns gereden. We besloten ons tentje in de Tablelands op te zetten, veel mooier dan in de stad en gratis. Cairns zelf viel ons trouwens niet tegen. Midden in de stad heb je aan de kust een gratis heel mooi zwembad, een parkje eromheen met gratis bbq's en daarnaast beachvolleybalvelden waar we ons 2 avonden hebben vermaakt. Er hang hier een heel relaxedte sfeer. We hebben ook nog een middag in Karunda rondgelopen, een hippie-plaatsje zo'n 30 km vanaf Cairns. Je hebt hier alleen maar marktjes (elke dag) vol met souvenirs, aboriginal-kunst, leren producten en andere grappige dingetjes. Daarnaast hebben we hier ook nog wat van de Tablelands gezien. Er waren zo'n 25 (grotere) watervallen in de buurt. Wij hebben er 6 bezocht tot we het zat waren. Erg mooi, maar een beetje teveel van het goede. Zodra je nog iets verder het binnenland inging kwam je in “Zwitserland” uit: grasheuvels en Milkakoeien, lovely. Wel gek, terwijl het in Cairns zowat altijd supermooi weer was, was het hier in de bergen, zo'n 50 km landinwaards, altijd bewolkt en viel er veel regen.
Na een aantal dagen lieten we de kust, de regenwouden en al het sugarcane achter ons en kwamen we weer terecht in de Outback, de 'Savannah'. Opnieuw erg bijzonder om zoveel 'niets' te zien. Er is wel wat begroeiing op het rode zand (soms staat het vol met boompjes), maar het is honderden kilometers achter elkaar hetzelfde. Je volgt al die tijd maar 1 weg, verdwalen kan je hier niet. De dorpjes die je na elke paar honder kilometer tegenkomt stellen niets voor. We dachten in Normanton, de enige grotere plaats, boodschappen te kunnen doen voor de week erna, maar dit viel vies tegen. We hadden ons niet goed voorbereid op de Outback, we hadden eigenlijk in Cairns alles in moeten slaan voor de hele weg naar Katherine (ruim 2000 km!). In de 'winkel' in Normanton hadden ze nog minder dan wat je in de Appie Hein To Go op Utrecht Centraal hebt, en alles was schreeuwend duur! Afgelopen week hebben we dus alleen het nodige gegeten, en dat was niet heel bijzonder; oud brood 's morgens - oud brood 's middags - rijst/pasta met een mini beetje saus 's avonds... Dat is weer een les voor de volgende keer!
Qua wegdek op de Savannah Road hadden we niets te klagen. We wisten vantevoren dat de helft van deze route Cairns-Katherine onverhard was. De geasfalteerde stukken waren enkelbaans (1 baan voor beide richtingen). Als er een tegenligger aankwam, moest je even afremmen en half op het onverharde deel naast de weg rijden. Na gemiddeld elke 20 km heb je heel even 2 banen zodat je in kan halen als dat nodig is. Op de dirroad konden we nog steeds op de meeste plekken 60-80 km/uur rijden, deze waren goed onderhouden.
We hadden wel onze twijfels om deze weg te nemen, aangezien we geen ECHTE, en geen high-clearance 4wheel-drive hebben. Sommige rivieren kunnen nog te hoog staan, zodat je niet verder kan komen (met onze auto) en dat betekent terug en een omweg van honderden kilometers. Om maar niet te spreken van autopech (geen mobiel bereik enz.)... Gelukkig is alles goed gegaan en we hebben er zeker geen spijt van gehad. We hebben nu veel meer bijzondere plekken gezien dan wanneer we via de 'normale' weg zouden gaan. We hebben echt op supermooie plaatsen onze tent neergezet, vaak stonden we daar helemaal alleen of met maar een paar andere kampeerders, waar we konden genieten van een prachtige zonsondergang. Op een gegeven moment stonden we op een plekje naast een creek die nu zo’n 20 cm over de weg heen liep. In de bomen naast de weg zag je allerlei dode bladeren en takken hangen, op zo’n 4 meter hoogte. Zo hoog komt de rivier dus in het natte seizoen, bizar!
Nog iets grappigs, laatst waren we op zoek naar een 'camping' uit het campingboek. Deze was vlakbij een bijzonder uitzichtpunt. Zo'n 20 meter na een weg naar rechts, die Erik in wilde slaan, stond nog een keer een bordje naar rechts naar dit uitzichtpunt. Hier was ook een 'weg' te zien, alleen niet zo goed onderhouden, dacht ik. Erik volgde braaf mijn aanwijzingen om hier in te slaan en na een meter of 10 hadden we pas door dat we door een smalle droge rivierbedding aan het hobbelen waren. Erik dacht dat we hierlangs misschien ook wel op de weg uit zouden komen (door het farmwerk zijn we aardig gewend geraakt aan slecht wegdek), maar dat viel tegen en toen konden we dus alles weer in z'n achteruit terug...
Qua wildlife op de weg valt het ook mee, in ieder geval overdag. We hebben wel wat dode walibi's (soort keine kangoeroes) zien liggen, maar overdag hebben we zelden levende gezien. De dode dieren hier waren niet bezaaid met kraaien, wat we voorheen overal zagen, maar met allerlei verschillende soorten grote mooie roofvogels.
Je moest hier wel oppassen voor loslopend vee, aangezien de weg dwars door farmland gaat. Wij zagen de overstekende koeien altijd lang genoeg vantevoren, maar we hebben ook 3 dode koeien op de weg gezien. Er kan nooit veel meer van de auto overgebleven zijn na een klap met zo'n groot beest! We hopen maar dat het roadtrains (vrachtwagens met 2 of 3 aanhangers) zijn geweest.
Na 4 redelijke dagen rijden besloten we een aantal dagen op de camping in Lawn Hill National Park te staan. Even niet elke dag rijden en je tent opzetten en afbreken. Daarnaast hadden we van anderen gehoord dat het hier erg mooi is. En dat is het zeker! Midden in de Outback en in dit 'niets' heb je deze gorge, vol met helder water. Schitterend! We hebben hier mooie wandelingen gemaakt en heerlijk gezwommen. Je kon hier ook door de gorge kanoen, maar wij besloten dit niet te doen, omdat we misschien over een paar dagen een 2-daagse kanotocht door een aantal verschillende gorges willen maken. Om de gorge toch van beneden te zien (je wandelt boven over de cliff) besloten we in een gekke bui de helft van de kano-tocht te zwemmen, zo'n 1,2 km. Tijdens de eerste kilometer kon je nergens uit het water klimmen. En we wisten dat er krokodillen in het water waren, de zoetwater-variant die 'harmless' zijn, zo zeiden ze. Maar als je dan een paar meter voor je luchtbelletjes ziet, dan wordt je wel zenuwachtig. Ondanks dat was het opnieuw prachtig!
De route van Lawn Hill National Park naar de Savannah Way was behoorlijk heftig. Er waren diepe creek-crossings en de weg was behoorlijk hobbelig, waardoor we ruim 3 uur over 100 km hebben gedaan. Onderweg kwamen we nog een kudde koeien tegen, die werden gemusterd door zo’n 5 aboriginals te paard en iemand in de lucht in een echte helicopter, leuk om te zien!
Dit was nog niet eens de diepste
Ondanks dat we de dirt-roads eigenlijk wel zat waren en we vonden dat ons auto’tje wel genoeg te verduren had, besloten we toch nog een optionele route te nemen door Limmen National Park, op aanraden van wat andere kampeerders. Hier zijn we in 3 rustige dagen doorheen gereden, en hebben we op 2 prachtige plekken in de buitenlucht geslapen! Op 1 van die plekken had je een zogenaamde “Lost City”, prachtige rotsformaties waardoorheen je een bijzondere wandeling kon maken.
Qua weer is het hier in west Queensland en in de Northern Territory echt prachtig! Het regent deze tijd van het jaar nauwelijks (ik durf geen nooit te zeggen, maar het neigt meer naar nooit). De temperatuur is aangenaam (tot heet af en toe) en tot nu toe hebben we een lekker briesje gehad. 's Nachts is het wel errug koud! Maar met een dikke trui en onze dikke slaapzakken hebben we hier ook nauwelijks last van.
De komende 2 weken willen we Top End van Australie gaan zien: Litchfield National Park, Kakadu National Park, een kanotocht in de Katherine Gorge en Darwin. Meer hierover in onze volgende update.
Liefs, Erik en Sanne
Ps: We zijn weer helemaal up to date! Klik op de link voor: