Vlak voordat we aankwamen in Katherine, waarvandaan we het vorige bericht schreven, hebben we nog een paar nachtjes in Mataranka gestaan. Dit plaatsje staat bekend om de thermal springs, met lekker warm (30-35 graden) en superhelder water. Heerlijk om hier even al het stof uit je porien te baden, in de vroege ochtend voordat alle toeristen hierheen komen. Door de hitte en de enorme hoeveelheid stof hier in het noorden van Australie wordt je elke dag weer smerig (onze voeten zijn zo zwart, dat was je er niet meer af). We staan regelmatig op gratis campingplekjes zonder douche, dus we laten geen kans voorbij gaan om ergens een lekkere duik te nemen.
Na 2 nachtjes in Katherine zijn we weer wat verder naar het noorden gereden, waar we 2 dagen in Litchfield National Park hebben doorgebracht. Volgens de reisgidsen vinden locals Litchfield vele malen mooier dan Kakadu National Park, mede doordat het minder toeristisch zou zijn. Deze opmerkingen hebben er waarschijnlijk voor gezorgd dat toeristen nu massaal Litchfield opzoeken, en daar is dit kleine park eigenlijk niet geschikt voor. Litchfield bestaat voor een groot deel uit mooie watervallen met erboven of eronder poeltjes waarin je heerlijk kan zwemmen, niet verkeerd in deze hitte! Bij de indrukwekkende en grotere watervallen moet je alleen zowat in de rij staan voor een foto en de parkeerplaatsen staan vol met grote tourbussen uit Darwin. Langs de poeltjes op de rotsen voelt het aan als Scheveningen-strand op een mooie zomerse dag. Wij hebben veel meer genoten van de minder grote watervallen waar we de poeltjes vaak voor onszelf hadden. De campingplekjes waren ook erg opgepropt, maar ondanks dat deelden we ons plekje met nog een aantal anderen die nergens meer terrecht konden. Op die manier kan je een erg gezellige avond hebben met Australische lesbi’s, of je hebt een aantal sikkeneurige Fransen die geen engels (willen?) praten en continue je tent in kijken... :-P
Voordat we naar Kakadu gingen, hebben we nog een halve dag rondgeslenterd in Darwin. Veel valt daar niet over te zeggen. Het is een stad...
Kakadu National Park
Kakadu heeft ons op alle fronten zeker niet teleur gesteld. We waren een beetje bang dat we hier ook omver zouden worden gelopen door de vele toeristen, maar dit viel alles mee. Kakadu is een enorm groot park zodat de toeristen zich goed kunnen verspreiden, het heeft mooie en grote bushcampings en waarschijnlijk heeft de 25 dollar entree die je sindskort moet betalen als je Kakadu in wilt ervoor gezorgd dat er wat minder toeristen zijn.
We dachten nog de wat minder toeristische plekken op te zoeken die te bereiken zijn met 4wheel-drive routes, maar deze bleken erg lang en ruig te zijn en daar hadden we geen zin in. Ook hebben we een iets te diepe rivier overgestoken, waardoor de binnenkant van onze auto nat werd. Oeps.
We zijn 10 dagen in Kakadu geweest, op 5 verschillende campingplekken. We hebben hier echt even de natuur en cultuur opgeslurpt, we hebben verschillende korte en lange wandelingen gedaan en tijdens het heetst van de dag hebben we heerlijk gerelaxed. Dat is pas vakantie!
Kakadu is 1 van de 25 parken over de wereld die beschermd zijn vanwege de waardevolle natuur en cultuur.
Natuur
Qua natuur heb je hier veel variatie en elk gebied is uniek. Het meest kenmerkende landschap in Kakadu zijn de floodplains, rivieren en billabongs. Tijdens het natte seizoen bestaat een groot deel van het park uit zeeen van water, die bijna allemaal opdrogen in het droge seizoen. Wat overblijft zijn deze floodplains, rivieren en billabongs (Een billabong is een meertje wat in het natte seizoen deel uitmaakt van een rivier). Een ander kenmerkend landschap is de 'stone country'. De scheiding tussen Kakadu en Arnhem land (jaja, vernoemd naar) bestaat uit vele rotsen en hier vindt je vele rock-shelters waar de Aboriginals vroeger verbleven. Hier vind je ook de bekende rock-art. Naast deze 2 soorten landschappen heb je de savanna wouden, de regenwouden, wat heuvels en een deel kust, maar deze zijn niet zo typerend voor Kakadu National Park, deze vindt je ook in andere delen van Australie.
Door het jaar heen veranderen de landschappen van Kakadu drastisch. Ze kennen hier geen zomer en winter, maar een nat seizoen van november tot april en een droog seizoen van mei tot oktober. De Aboriginals delen het jaar zelfs in in 6 verschillende seizoenen.
Wildlife
Qua wildlife vindt je hier enorm veel verschillende soorten dieren, waaronder verschillende vogels, de zoutwater- en de zoetwaterkrokodil, dingo's, wallibi’s en wallaroos (familie van de kangoeroe, de zwarte wallaroo is erg zeldzaam, maar wij hebben er 1 gezien!), buffalo’s en wilde zwijnen.
De krokodillen zorgen ervoor dat er veel toeristen hier naar het noorden komen, en wij konden niet wachten om er ook een aantal te zien! De zoetwater-variant is vrij klein en zeer schuw waardoor ze, zoals gezegd, harmless zijn. Als jij het water ingaat, gaan zij d’r uit. Wij hebben deze soort gezien tijdens het kanoen in de Katherine Gorge. De zoutwatervariant (leeft ook in zoetwater) daarentegen is erg gevaarlijk! Zij kunnen wel 6 meter groot worden en komen hier in grote getale voor. Tot 1970 mocht je op deze dieren jagen, waardoor ze bijna uitgeroeid waren, maar tegenwoordig zitten ze hier in alle waters. Het nadeel hiervan is dus dat je bijna nergens in Kakadu even een lekkere duik kan nemen. We hebben een cruise bij zonsopgang gemaakt bij Yellow Water, waar we een heel aantal zoutwaterkrokodillen hebben gezien. Deze waren wel allemaal aan de kleine kant, namelijk zo’n 3 meter, maar het blijft indrukwekkend. De crocs waren op dit tijdstip vooral nog in het water, want daar is het het warmst, maar op de terugweg lagen er al een aantal lekker te bakken in de zon.
Saltie! |
De buffalo komt hier nu ook nog steeds voor, maar je ziet ze nauwelijks meer. Gelukkig maar, want deze dieren kunnen ook erg aggresief zijn. In 1820 zijn zo’n 50 buffalo’s hier achter gelaten door wat Britse Pioniers, en die vinden dit een prachtig habitat, heerlijk nat en genoeg te eten. Rond 1970 zaten er meer dan 300.000 in Kakadu en zij vernietigden de natuur! Daarom hebben ze in 3 jaar tijd een groot deel van deze beesten gedood. De Aboriginals waren hier wat minder blij mee, buffalo was een groot deel van hun avondeten. Daarom hebben ze hier een buffalofarm gestart waar binnen een omheind gebied een aantal buffalo's gehouden wordt. Tijdens de safari waarover ik later vertel zijn we hierdoorheen gekomen en hebben we een aantal van die beesten gezien.
Je hoort hier in Kakadu maar weinig over de dingo, maar tijdens de safari hebben we een aantal dingo's gezien. De dingo's hier zijn nog erg puur en niet zoals in Bourke gemixt met wilde honden. We hebben zelfs een keer een dingo gehoord terwijl we aan het kamperen waren. Dat is wel even spannend...
We hebben ook vele verschillende en bijzondere vogeltjes gezien, tijdens de cruise en de safari, maar ook gewoon tijdens het kamperen.
Vleugels drogen |
Een ander beestje waar we tot nu toe weinig last van hebben gehad, maar die we hier in overvloed zien is de spin. ’s Avonds hoef je maar je zaklamp aan te doen en in het gras en op de stoffige grond zie je overal mini-lichtpuntjes, de reflectie in de spinnenoogjes, echt OVERAL! Ik loop niet zo graag meer op m’n slippertjes rond, op dit tijdstip van de dag.
Cultuur
Aboriginals leven hier in Kakadu naar schatting al zo’n 25.000 jaar, en ze denken nog wel langer. Je hebt hier vele rockpaintings in de omgeving, sommigen hiervan zijn al erg oud.
Er leven nog steeds heel veel Aboriginals op een (half)traditionele manier hier in de omgeving, in Kakadu en in Arnhemland. Arnhemland is 1 van de grootste Aboriginalreserves in Australie. Er mogen maar een paar toeristen per dag dit park bezoeken, en alleen maar via een georganiseerde tour. De Aboriginals hier jagen en verzamelen nog hun eten, met moderne en traditionele middelen. Ze doen dus geen boodschappen zoals wij dat doen. Tegelijkertijd proberen ze wel op tijd thuis te zijn van het jagen voor het 6-uur-nieuws. Deze manier van leven wordt wel steeds zeldzamer.
We zijn heel veel te weten gekomen van dit deel van Australie door de informatie- en culturele centrums, door de enorm interessante slideshows die ’s avonds op de campings werden gegeven over verschillende onderwerpen, door de cruise die we gedaan hebben, maar ook door een erg unieke safari die we hebben gedaan, en waarover we graag nog wat uitgebreider willen vertellen.
Samen met een Australische gids en een Aboriginal dame, Patsy, hebben we in een 4wheel drive rondgereden door de wildernis op zoek naar wildlife, terwijl we regelmatig stopten om ingredienten voor het eten te vinden, of meer te weten te komen over de bush. Patsy is opgegroeid in de bush en heeft dus van jongs af aan geleerd om te eten wat de natuur te bieden heeft. We hebben crocs, buffalo's, dingo's, slangen en vele soorten vogels gezien tijdens deze tour. We hebben daarnaast op een ouderwetse manier mosselen gezocht, nootjes uit de aarde geslagen, honing in een boom gevonden en we hebben palm(boom)hart (bevat veel vocht) gegeten. Tijdens de tour zijn we ook te weten gekomen dat groene mieren goed zijn voor verkoudheid en griep (natuurlijk wel even proeven, smaakt naar limoen) en dat rode termietenheuvels helpen tegen maag- en darmklachten. Erg interessant. Rond 5 uur kwamen we aan op de plek waar we ons avondeten klaar gingen maken. Patsy had al een grote Baramundi-vis gevangen en 3 wilde ganzen geschoten, en samen met damper (bushbrood) en de dingetjes die wij in het bos hadden gevonden werd dit ons avondeten, mjammie. De ganzen hebben we zelf geplukt, waarna ze even op de kolen gingen zodat de donshaartjes eraf werden gebrand. Vervolgens haalde Patsy de ingewanden eruit. Uiteindelijk ging het eten in een traditionele grond-oven. Dit bestaat uit hete kolen, waarop je een speciaal soort natte bladere legt. Hierop leg je de vis en het vlees, waarna je dit afdekt met bast van de paperbarkboom. Hieroverheen schep je zand of koude kolen, zodat de warmte in de oven blijft. Er werd/wordt dus niet gekookt met pannen of bbq-platen, maar gewoon op de traditionele manier. We hadden verwacht dat het eten nog naar kolen zou smaken of dat er zand in zou zitten, maar dit viel alles mee, het smaakte super!
De plek waar we ons avondeten maakte en nuttigde maakte het plaatje compleet. We keken uit op de floodplains met daarin heel veel ganzen. Zij maakten continue lawaai en rond zonsondergang was er een onafgebroken stroom ganzen in de lucht. De zonsondergang was trouwens subliem.
Tijdens deze tour hebben we nog meer geleerd over de natuur, wildlife en voornamelijk over Aboriginal-cultuur. Dit was zeker de moeite waard, net als al het andere wat we hebben gedaan in Kakadu. We zijn het niet met de locals eens, wij vonden Kakadu mooier en interresanter.
Gans plukken |
Een ander aspect hier in Top End Australia wat vrij uniek is zijn de bosbranden die ze hier zelf aansteken. Aboriginals doen dit al voor tienduizenden jaren om verschillende redenen. Meestal wordt een deel van het bos vroeg in het droge seizoen aangestoken wanneer het gras nog vochtig genoeg is en het vuur vanzelf weer dooft. Je voorkomt op deze manier dat een grotere brand op een later tijdstip enorme schade aanricht, aan natuur en wildlife. Bij kleine brandjes kunnen de meeste dieren op tijd een andere schuilplek vinden. Brand zorgt daarnaast voor vruchtbare grond. Binnen een paar weken zie je veel meer groen rond deze plekken, wat natuurlijk ook weer meer wildlife aantrekt. De Aboriginals deden het ook om nog een andere reden, namelijk vanwege het hoge (spear)grass wat overal staat en wat wel 2 meter hoog kan worden. Als dit weg wordt gebrand is het minder gevaarlijk om door de bossen te lopen (denk aan slangen) en je kan de sporen van dieren zien die je wilt jagen.
Erg apart om langs zo'n bosbrand te rijden. De bodem is zwart en sommige stukken hout zijn nog aan het nasmeulen en roken.
We zijn inmiddels weer terug in Katherine, waar we gisteren een kanotocht in Nitmuluk National Park hebben gemaakt. We hebben een aantal uren in verschillende soorten gorges gepeddeld en we hebben hier ook lekker gezwommen. Hier hadden we het geluk om ook een zoetwaterkrokodil te zien, hij lag langs de kant half in het water te zonnen!!
Morgen rijden we zo'n 250 km naar het westen, waar we een week op een zoutwaterkrokodillenfarm zullen gaan werken. Erg spannend en we zijn benieuwd, meer hierover in het volgende bericht!
Liefs,
Erik & Sanne